Rijswijks college wil onderzoek naar misstanden Apencentrum

Het college van B&W van Rijswijk gaat de Minister van OCW vragen te onderzoeken of de gepubliceerde misstanden bij het Apen onderzoekcentrum een overtreding zijn van de Wet op Dierproeven en als dit het geval is, het Ministerie vragen hierop te handhaven. Dit meldt het college aan raadslid Marc Weterings van Rijswijks Belang. Hij stelde vragen over misstanden naar aanleiding van undercoverbeelden.

Apen worden bewust mishandeld door personeel
Undercoverbeelden in de ‘Rijswijkse Apenhel’ laten zien hoe het personeel de apen mishandeld. Marc Weterings: “Ze laten zien hoe men daar maar wat af klungelt bij experimenten, totaal geen enkel respect heeft voor het lijden en de pijn die de dieren moeten doormaken, er zijn half verdoofde dieren te zien waarop men experimenteert, en personeel dat vrolijk aan het zingen en dansen is bij de dieren die al in een nachtmerrie zitten. Dit mogen we niet tolereren!” Wat hem betreft wordt het centrum direct gesloten.

Apencentrum op Rijswijks grondgebied
Alhoewel het apencentrum op Rijswijks grondgebied staat valt het onder Internationale, Europese en landelijke wet- en regelgeving (Wet op Dierproeven). “Het hebben van het BPRC binnen onze gemeentegrenzen is alleen al om die reden zeker niet te omschrijven als een normale situatie”, schrijft het college aan Weterings.

Ministerie moet toezicht houden
Het Ministerie van OCW is verantwoordelijk is voor controle en toezicht op een juiste naleving van de Wet op Dierproeven. Als er misstanden zijn dan moeten die aan het Ministerie worden gemeld. “Wij hebben als college geen enkele bevoegdheid om hier op in te kunnen grijpen. Onze bevoegdheid beperkt zich enkel tot het afgeven van een omgevingsvergunning en een vergunning voor demonstraties bij het BPRC. Hierin zien we geen aanknopingspunt om in te kunnen ingrijpen”.

Vragen aan minister onderzoek te doen
Het college bevindt zich niet in de positie om bij het Rijk aan te dringen op sluiting van het BPRC. Het college is wel bereid om bij de Minister van OCW aan te dringen om te onderzoeken of de gepubliceerde misstanden een overtreding zijn van de Wet op Dierproeven en indien dit het geval is, het Ministerie te verzoeken hierop te handhaven.