Rijswijkse oldtimer werd gebouwd in Amsterdamse Jordaan

In het park Cromvliet staat vlakbij het landhuis een oude sportwagen met een lekke band. Vuil alsof het al jaren geleden is dat de laatste meter werd afgelegd. De oldtimer lijkt een beetje op een Engelse Morgan. Maar niets is minder waar, het is een Ruska Regina, bijna 50 jaar geleden met de hand gebouwd in Nederlands laatste autofabriek in het hartje van de Amsterdamse Jordaan. We moeten terug naar het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw. Tijd van het Woudstock festival en de hippies. De Amsterdamse topfotograaf Paul Huf is in Amerika en ziet daar een pretauto die ‘buggy’ werd genoemd, Terug in Amsterdam vraagt hij vraagt hij in 1969 de Amsterdamse garagehouder Arie Ruska sr. eens zo’n buggy voor hem te bouwen op een Volkswagen onderstel.
Het zwart gekleurde wagentje met luidruchtige Kever-motor en vooral hele brede velgen, trok al gauw de aandacht in Amsterdam en ver daarbuiten. Weldra melden andere levensgenieters zich bij de garage aan de Lauriersgracht in hartje Amsterdam en tot hun eigen verbazing krijgen de Ruska’s steeds meer opdrachten om buggy’s te gaan maken. Daarmee werd de basis gelegd voor Ruska Buggies.
In de jaren zeventig steeg de productie naar 250 à 300 per jaar en het aantal modellen werd voortdurend uitgebreid. En, hoewel er ook veel andere Buggies op de markt kwam was Ruska de meest succesvolle buggybouwer van Nederland. De lage prijs waarvoor Ruska zijn auto’s aanbood (in het begin zo’n 4500 gulden, iets meer dan 2000 euro) zal hier niet vreemd aan geweest zijn. Daarnaast gebruikt hij een dik polyester wat de body erg stevig maakte.

Onder het voortdurend wisselende uiterlijk bleven de betrouwbare Kevermotor, het ingekorte Keverchassis en het polyester voor de carrosserie ongewijzigd. Naast de VW motor van 1200, 1300 of 1600 cc werden er ook Porche motoren gebruikt. En, samen met het lichte gewicht en de vele pk’s ging de Buggy als de brandweer en reed als een kart.

Arie Ruska sr. ging ook zelf ontworpen maken, waarbij hij de Bugatti en de Morgan als inspiratiebron gebruikt. Zodra een ontwerp klaar en productierijp werd bevonden, werd er een houten mal gemaakt waarin polyester gegoten werd. Het gieten zelf werd wegens de stankoverlast uitbesteed naar een locatie buiten de stad. Om de zoveel tijd arriveerde er een lading Volkswagen Kevers. Deze werden gestript, de chassis gezandstraald en eventueel ingekort, afhankelijk van het model.

De motor werd gereviseerd en de polyester carrosserie passend gemaakt. Daarna werden diverse accessoires en de kap aangebracht. Dit alles werd met de hand met een kleine ploeg monteurs in garage Ruska gefabriceerd en gemonteerd, en vandaar dat Ruska na de overname van DAF door Volvo ook wel de enige zelfstandige automaker van Nederland werd genoemd.
Ook replica’s kwamen in het gamma voor, zoals de Ruska Bugatti en de Ruska Regina (losjes gebaseerd op de Morgan). Doe-het-zelvers konden de buggy als kit car, een bouwpakket, bestellen en zelf aan de slag.

Het commerciële brein achter Ruska was de vrouw van Arie, Christina, die door haar enthousiasme en verkoopinstinct terecht de bijnaam “Christien de Buggyqueen” verwierf. Zij overleed in 1994. De heer Ruska sr. overleed in 2000. Hun zoon Arie jr. en kleinzoon Jeroen zwaaien nog steeds de scepter aan de Lauriergracht.
Na twaalf jaar groot succes, waarin men groeide naar een jaarproductie van 350 stuks, werd de BVB-belasting ingevoerd en was de attractie van de lage prijzen voorbij. Het automerk Ruska stierf een zachte dood. De Ruska-familie ging verder als VW-garage met de nadruk op Kevers.

De Ruska Regina zoals die uit Park Cromvliet zag In1977 het levenslicht in Amsterdam op basis van een onverkorte Volkswagen Kever. Met de hand gebouwd in Amsterdam. Een sportief model gebouwd op een Volkswagen chassis met een 1300 luchtgekoelde Volkswagen motor. De carrosserie is van dik polyester. Benieuwd of de eigenaar nog wat gaat doen met de auto, die er naar mijn herinnering al lang staat.