353 jonge bomen geplant in Rijswijk

In Rijswijk zijn de afgelopen maanden 353 nieuwe bomen geplant, voornamelijk in de woonwijken en straten waar zieke of dode bomen moesten worden vervangen.

De juiste boom op de juiste plek
Voor iedere nieuwe boom die moet worden geplant, wordt er goed gekeken  naar welke ruimte er is en welke soort het beste past in een straat. In een straat waar veel ruimte is, kan er een grotere boon komen dan in een straat met weinig ruimte. Om de juiste soort te kiezen, wordt er onder andere gekeken naar welke bomen er al staan.

De plaats waar een jonge boom wordt geplaatst is cruciaal, zo vertelt boombeheerder Erik : “Als er bijvoorbeeld oude kastanjes staan die zijn aangetast door kastanjebloedingsziekte, dan is het slim om er een andere soort bij te planten die daar niet gevoelig voor is. Variatie is namelijk erg belangrijk om de impact van mogelijke ziektes zo laag mogelijk te houden. En omdat we meer biodiversiteit willen, kijken we ook goed naar welke soorten belangrijk zijn voor insecten.”

Soorten en boompalen

Dit jaar zijn er maar liefst 40 verschillende soorten bomen geplant, waaronder esdoorn, den, sierkers en zelkova. Twee opvallende soorten zijn de Perzische slaapboom (Albizia julibrissin) en de doodsbeenderenboom (Gymnocladus dioica).De slaapboom staat in Hof van Sion en achter de Brantingstraat, de doodsbeenderenboom in park De Driesprong.

Bij elke jonge boom worden er standaard twee boompalen geplaatst. Deze boompalen zorgen ervoor dat de jonge boom stevig staat en zich met zijn nieuwe wortels stevig in de grond kan vastzetten. Na drie jaar worden deze palen verwijderd. Ook krijgen de boompalen een kleurtje, ieder jaar een ander. Zodat het beheer weet wanneer de boom is geplant.

Vochtgehalte
Verder wordt er ook goed op het vochtgehalte gelet van de jonge bomen.” Nieuwe bomen krijgen 3 jaar lang extra water, om te zorgen dat ze goed kunnen groeien. Het eerste jaar krijgen ze de meeste liters en dat bouwen we in de jaren daarna af.  Op een aantal plekken in Rijswijk hebben we vochtsensoren in de grond. Deze meten de temperatuur en het vochtgehalte van de bodem. Zo weten we precies wanneer de nieuwe bodem extra water nodig hebben én verspillen we geen water”, aldus boombeheerder Erik.