Wie heeft er niet z’n trouwreceptie gehouden of op zondagmiddag op het terras met een drankje van de zon genoten. Motel Hoornwijck, gebouwd in 1956, het eerste motel in Nederland aan de drukste autoweg van het land tussen Rotterdam en Den Haag. In 1991 brandde het tot de grond toe af. Een roemloos einde van Hoornwijck dat daarna snel in de vergetelheid belandde. (zie ook Facebook Omroep Rijswijk voor unieke foto’s) In de Verenigde Staten waren motels voor de tweede wereldoorlog al een bekend verschijnsel. De reden voor het ontstaan van deze motels waren de grote afstanden in de VS, motels zorgden voor makkelijk reizen door het hele land. Herman Beens, de eigenaar van buitenplaats Hoornwijck was een echte zakenman, hij kocht het in 1946 en begon er een cobelinweverij, maar hij had nog meer textielbedrijven en exporteerde veel naar het buitenland. In het koetshuis begon hij een restaurant dat erg veel klandizie had.
Naar wat hij had gezien in Amerika, besloot hij ook een motel te bouwen. Dat getuigde van goed zakelijk inzicht. Het Europoort-gebied ontwikkelde zich sterk en de welvaart na de oorlog nam toe. Nationaal kreeg het motel veel aandacht. Zelfs De Kampioen, het blad van de ANWB, besteedde er uitgebreid aandacht aan. En in het Bouwcentrum in Rotterdam stond een complete maquette van een kamer op ware grootte. “Het zit- en slaapvertrek is ruim, met smaak en comfortabel ingericht. Het keukentje is niet te klein en de douchecel laat niets te wensen over. Aan de buitenkant is een gezellig zitje, er is telefoon en een radio. Het is volkomen een eigen huisje.
Het motel bestond uit drie blokken met elk een zestiental kamers, De kamers hadden een deur aan de buitenkant. Vandaar dat er, volgens de kamermeisjes die er toen werkten, nogal regelmatig stiekeme rendez vous waren tussen geliefden. In Amerika werd door de filmindustrie gretig op ingespeeld op de seksuele ontmoetingen in motels. Motel Hoornwijck werd een groot succes, voor tien gulden kon je er overnachten, inclusief een levensmiddelen pakket om ’s ochtends en ontbijtje mee te maken. Herman Beens bouwde een tweede restaurant, Restaurant International, met een aantal zalen voor feesten en vergaderingen. De zaken ging goed en er werkten zo’n 78 personeelsleden.
Beens overleed in 1966 en het complex werd overgenomen door J.J.A. Nijssen, die het motel moderniseerde en de parkeerplaats fors groter maakte. In 1988 wilde gemeente Rijswijk het bedrijf kopen om er de Europese Octrooiraad te vestigen. De zoon van Nijssen, die de horeca onderneming inmiddels leidde, ging in op het verzoek en incasseerde 13,2 miljoen gulden. Zoals de geschiedenis leert kwam de Octrooiraad niet hier, maar in de plaspoelpolder. De gemeente Rijswijk verpachtte het motel en restaurant vervolgens. Helaas brandde het motel in 1991 geheel af, drie jaar later was het restaurant het zelfde lot beschoren. Dat bracht een eind aan bijna 60 jaar geschiedenis, waaraan elke Rijswijker uit die periode wel een herinnering heeft.