Ministerie SZW bezoekt twee belangrijke maatschappelijke kinderopvangorganisaties

Onlangs bezocht een groep ambtenaren van het ministerie van SZW (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) de kinderopvangorganisaties Morgen en Vlietkinderen. De BMK (Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang) en andere betrokken organisaties waren blij met dit belangrijke bezoek aan hun locaties. De grote waarde van maatschappelijke kinderopvang, in Rijswijk en Leidschendam-Voorburg, werd duidelijk gemaakt.

Rijswijk en Leidschendam
Het bezoek begon in de ochtend, bij Up kinderopvang in Rijswijk, één van de locaties van Morgen. Hier is tevens een kinderopvang voor kinderen wiens ouders uit Oekraïne zijn gevlucht. De delegatie vertrok later die ochtend naar Leidschendam, waar Integraal Kind en Expertisecentrum De Waterlelie werd bezocht. Hierbij schoof Jeffrey Keus, wethouder van Leidschendam-Voorburg, ook aan.

Een goed beeld geven
Het doel van dit werkbezoek was: ervaren en laten zien hoe de maatschappelijke kinderopvang in de praktijk werkt. Door de ambtenaren van het ministerie van SZW dit beeld te geven, kan ervoor worden gezorgd dat de kinderopvangorganisaties beter behandeld worden. Om hieraan bij te dragen kwamen verschillende professionals aan het woord: bestuurders, managers en pedagogisch medewerkers, die allemaal actief zijn bij de kinderopvangorganisaties.

Belangrijke vragen
De vragen die gesteld werden tijdens de bezoeken waren onder andere: op welke manier is deze kinderopvang belangrijk voor de samenleving? Hoe werken we aan de toekomst van een volgende generatie? Hoe zorgen we voor kwaliteit?

Gelijke ontwikkelingskansen
“Samen met onze onderwijspartners en de gemeente werken we aan gelijke ontwikkelingskansen voor alle kinderen,” zei Tine Oudshoorn, bestuurder Vlietkinderen. “Of je als ouder nu werkt of niet, ieder kind heeft recht op onderwijs. We zorgen samen voor die stevige grond waarop gebouwd kan worden aan de toekomst.”

Duurzaam (samen)werken
De maatschappelijke kinderopvangorganisaties werken op een duurzame manier. De winst die zij maken wordt niet in eigen zak gestoken, maar geïnvesteerd in de organisatie, zodat het ten goede komt van de kinderen. Hoe ze dat doen legde Tine Oudshoorn uit: “Samenwerken doen wij duurzaam. Wij blijven dat doen, ook als het soms financieel wat minder gaat. Daarbij investeren we in lokale initiatieven die ten goede komen aan het gezond opgroeien van kinderen. Zoals bijvoorbeeld de stadstuin. Hier worden de moestuinen onderhouden door vrijwilligers, sámen met de kinderen vanuit het onderwijs en onze bso’s.”

Gelijke kansen vanaf het begin
De belangen van ieder kind, daar wordt op gelet bij de maatschappelijke kinderopvang. Hierdoor ontstaat het belangrijkste: gelijke kansen vanaf het begin, want alle kinderen hebben recht op een goede start.