OM eist opnieuw 20 jaar cel voor moord op ex-echtgenoot in Rijswijk

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft donderdag 17 december opnieuw twintig jaar cel geëist tegen een inmiddels 50-jarige vrouw wegens de moord op haar ex-man, een Italiaanse ingenieur, op 24 december 2009 in Rijswijk. “Zij was het brein en de organisator van de moord”, aldus de advocaat-generaal. Uitspraak over twee weken. Tegen drie andere verdachten, degenen die daadwerkelijk het geweld hebben gepleegd ten aanzien van de man of op een andere manier betrokken waren, eiste de advocaat-generaal zestien, tien en acht jaar cel voor het medeplegen van doodslag; de advocaat-generaal vindt dat bij hen – anders dan bij de vrouw – geen sprake is van voorbedachte raad.
De man werd op 24 december 2009 dood aangetroffen in zijn huis. Hij werd gevonden door zijn zoon. Het slachtoffer en de vrouw lagen in scheiding. In de visie van het OM zou de vrouw na de scheiding geen recht meer hebben op geld van het slachtoffer. Zij zou hem een lesje hebben willen leren en de andere verdachten hebben ingeschakeld. De vrouw zou hen met leugens en valse beloften tot hun daden hebben gebracht. Zo zou ze hebben gezegd dat haar man haar dochter seksueel zou hebben misbruikt en dat er een groot geldbedrag in zijn woning zou liggen.

Het gerechtshof in Den Haag veroordeelde de vrouw eerder tot dezelfde straf als die vandaag is geëist voor het medeplegen van de moord. De andere verdachten kregen celstraffen tot 16 jaar opgelegd, eveneens voor het medeplegen van moord. Alle verdachten stelden beroep in cassatie in. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de voorbedachte raad onvoldoende had gemotiveerd en wees de zaak terug. Om die reden werd de zaak vandaag opnieuw behandeld. Op de zitting stond de vraag naar de kwalificatie (moord/doodslag) dan ook centraal.

De advocaat-generaal vindt dat ten aanzien van de vrouw wel degelijk de voorbedachte raad bewezen kan worden. “Het welbewust benaderen van de andere verdachten. Het verzonnen verhaal over het misbruik, het niet bestaande geldbedrag en de leugen dat haar ex-man goed was in het onthouden van gezichten. Daaruit blijkt van een vooropgezet en vooraf goed doordacht plan. Op grond daarvan moet worden vastgesteld dat ze de tijd heeft gehad over de gevolgen van haar daad na te denken en dat zij deze tijd ook heeft gebruikt.”

Een lange celstraf is dan ook op zijn plaats, zo vindt de advocaat-generaal. “Het slachtoffer is een vreselijke dood gestorven. Op die vroege morgen vlak voor kerst stormen drie mannen zijn slaapkamer binnen, gewapend met een pistool en een mes. Hij kent die mannen niet, maar ze roepen iets over misbruik van een meisje. Hij heeft geen schijn van kans tegen de overmacht. Vrijwel direct daarop wordt hij door zijn belagers ernstig mishandeld en gekneveld. Zijn ex-vrouw is van dit alles de initiatiefneemster. Van haar komt het plan.

Uit het dossier komt de vrouw naar voren als een op geld beluste vrouw die iedereen zonder scrupules manipuleert. In haar leven van leugens en bedrog trekt zij anderen mee. Ook zij moeten liegen en bedriegen. Haar enige doel in het leven lijkt te zijn het hebben van een luxe leventje en daar moet alles en iedereen voor wijken. Uiteindelijk leidt dit zelfs tot de dood van haar ex-man, de man met wie zij twee kinderen heeft. En het is juist één van die twee kinderen die ze met een smoes naar boven stuurde, terwijl ze wist dat hij daar zijn dode vader zou aantreffen.”

Er was ook nog een vijfde verdachte betrokken. De Hoge Raad heeft hem echter niet ontvankelijk verklaard in zijn cassatieberoep vanwege het niet tijdig indienen van een cassatieschriftuur. Daarmee is zijn eerdere veroordeling onherroepelijk geworden.
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.